Insulineresistentie, wat is het en heb jij het misschien ook?
In de Keto Podcast leg ik stap voor stap uit wat een ketogeen dieet is. Jij leert op die manier de termen kennen, gaat de werking begrijpen en leert de waarde inzien van het ketogene proces en de voeding die daar bij hoort. Dit artikel hoort bij aflevering 6 van De Keto Podcast.
Ben jij niet zo’n luisteraar en lees jij liever? Dan ben je hier aan het juiste adres: met de artikelen in dit blog kan jij in eigen tempo ook deze kennis opdoen.
In dit artikel ga ik in op een term die je vaak zult tegenkomen als je je gaat verdiepen in het ketogeen dieet: insulineresistentie. Ik neem je mee in de rollen van insuline in het lichaam, waarom je insuline zo hard nodig hebt, dat te weinig insuline (zoals bij diabetes type 1) niet goed is maar dat te veel insuline (hyperinsulinemie) dat ook niet is.
Wat is insuline?
Insuline is een hormoon dat geproduceerd wordt in de pancreas (alvleesklier). Dit vindt plaats in de eilandjes van Langerhans en om nog preciezer te zijn in de bèta-cellen.
Doe jij de opleiding Ketogene Therapie? Dan wordt hier dieper op in gegaan, maar voor nu is het voldoende dat je weet dat het hormoon insuline gemaakt wordt in de pancreas.
Als je iets hebt gegeten waar koolhydraten in zitten gaat er een signaal naar de pancreas om insuline vrij te geven. Insuline komt vervolgens in het bloed. Door de koolhydraten in je voeding, stijgt ook de glucose in het bloed. Glucose kan gebruikt worden om energie uit te halen, dus alle cellen in je lichaam willen daar graag wat van hebben. Die cellen kunnen niet zelf de glucose uit het bloed halen. Daar is weer insuline voor nodig.
Je kunt je het ook zo voorstellen:
Een cel is fabriekje met buitenmuren. In die buitenmuren zitten toegangspoorten die op slot zitten. Als er een bepaalde stof voor de gesloten poort staat is er een bijpassende stof nodig die als een sleutel werkt op die poort en de stof kan binnenlaten.
Zo gaat het ook bij glucose en insuline. Glucose komt in het bloed en moet toegelaten worden in de cel. Insuline is de sleutel hiervoor. Het hecht zich aan de ontvanger, de receptor, waardoor er een toegangspoort open gaat om glucose binnen te laten. De glucose in het bloed daalt vervolgens en de insuline afgifte vanuit de pancreas stopt weer.
Wat is dan insulineresistentie?
De problemen ontstaan wanneer er te vaak en te veel glucose in het bloed is. De bekendste oorzaak hiervan is te vaak iets eten waar veel koolhydraten in zitten. Er staat dus steeds vaker veel glucose voor de poort en steeds vaker moet insuline dan opgeroepen worden om de glucose binnen te laten. Op een gegeven moment zit de cel vol en neemt geen glucose meer op. Dit geldt dan ook voor de receptoren vol met insuline, er kan geen glucose meer bij. De glucose blijft dus doelloos circuleren in het bloed.
Die hoge glucosewaarde in het bloed is ongezond voor het lichaam en moet dus zo snel mogelijk worden weggewerkt. Dat wordt opgelost door deze circulerende glucose om te zetten in vetten en op te slaan in vetcellen. Heel handig, want op die manier heb je reserves voor als je een keer niets te eten hebt. Maar komt zo’n situatie, dat er niets te eten voorhanden is, in de moderne maatschappij eigenlijk nog wel voor?
Als deze situatie zich steeds vaker gaat voordoen, jaar in jaar uit, raakt de cel ongevoelig voor insuline. Receptoren worden dan ook afgestoten waardoor er minder insuline kan aanhaken. Dit minder gevoelig zijn voor insuline is wat wij insulineresistentie noemen.
De andere grote oorzaak van insulineresistentie
De bekendste oorzaak van insulineresistentie is het voorbeeld wat ik net gaf: te veel en te vaak koolhydraten eten. Maar meer recent is gebleken dat het gebruik van zaadoliën de tweede grote oorzaak is van insulineresistentie. Denk dan aan oliën zoals zonnebloemolie, sojaolie, maïsolie, sesamolie, koolzaadolie maar ook aan plantaardige margarines en bak- en braadproducten.
Deze oliën zijn in verhouding rijker aan omega-6 vetzuren en armer aan omega-3 vetzuren.
Omega-3 heeft een ontstekingsregulerende werking en veroorzaakt dus minder ontstekingen. Omega-6 heeft een meer ontstekingsbevorderende werking. De ideale balans tussen die twee vetzuren bestaat niet, maar de beste ratio omega 3 tot omega 6 inname lijkt te liggen rond de 1:2. De meeste mensen consumeren echter te veel omega 6 en veel te weinig omega 3. Op welke manier draagt de consumptie van in verhouding te veel omega-6 dan bij aan het ontstaan van insulineresistentie?
Dit heeft te maken met de activering van het immuunsysteem. Omega-6 bevordert in bepaalde mate het ontstaan van ontstekingen en dat zie je terug in een actief immuunsysteem. Dit actieve immuunsysteem is in de basis een ontstekingsactiviteit. Deze vorm van ontsteking kan langdurig op laag niveau in stand worden gehouden. Dit noemen we een chronische laaggradige ontsteking.
Een chronisch actief immuunsysteem heeft effect op de energieverdeling in het lichaam: actieve immuuncellen kunnen alleen glucose gebruiken als brandstof. Omdat het belangrijk is dat het immuunsysteem goed werkt, krijgt het ook altijd voorrang in de glucosevoorziening en gaat er zoveel mogelijk glucose naar de immuuncellen.
De vraag is dan: hoe regelt het lichaam dat die cellen meer glucose krijgen en bijvoorbeeld de spiercellen minder krijgen? Dit gebeurt dus door middel van insulineresistentie.
Op de spiercellen wordt een aantal insulinereceptoren uitgezet, waardoor de spieren minder glucose kunnen opnemen. Hierdoor blijft er meer glucose beschikbaar voor het immuunsysteem.
En dat voel je! Als je bijvoorbeeld erg verkouden bent, is je immuunsysteem actief. Je voelt dan al snel dat je spierpijn krijgt of je staat te trillen op je benen. Dat komt omdat er tijdelijk minder glucose gaat naar de spiercellen. In het geval van zo’n verkoudheid is dat met een aantal dagen weer over en herstelt dit zich weer. Maar als je door verkeerde voeding continue een laag actief immuunsysteem hebt dan zal deze vorm van insulineresistentie lang aanhouden. En daarin speelt omega-6 een rol.
In plantaardige oliën zitten in hoge mate geconcentreerde omega-6 vetzuren. Het is dan ook een goed idee om bij langdurige klachten of ziekte deze oliën te vermijden en te vervangen door vetten die minder omega-6 bevatten. Voorbeelden daarvan zijn roomboter, ghee en kokosolie. Olijfolie en avocado olie zijn ook prima optie maar hou er wel rekening mee dat je deze niet sterk kunt verhitten.
Fysiologische en pathologische insulineresistentie
Er zijn dus twee vormen van insulineresistentie:
- Fysiologische insulineresistentie, een gezonde reactie van het lichaam om de energievoorziening te reguleren
- Pathologische insulineresistentie, een verstoring van de insulinehuishouding waar allerlei ziektebeelden uit voort kunnen komen zoals metabool syndroom, hart- en vaatziekten,
obesitas, een minder efficiënt immuunsysteem enz.
Fysiologische insulineresistentie zien we bijvoorbeeld bij zwangere vrouwen. Hier heeft het als doel het ondersteunen van allerlei groeiprocessen in het lichaam van de vrouw, zoals het laten groeien van een placenta en van een baby. Ook tijdens de puberteit zie je onder invloed van veranderingen in de geslachtshormonen tijdelijke insulineresistentie optreden. Dit speelt weer een rol bij het ontstaan van bijvoorbeeld acné en migraine tijdens de puberteit.
Pathologische insulineresistentie komt niet alleen door verkeerde voeding of door een actief immuunsysteem, maar ook door stress. Zoals je hierboven al hebt kunnen lezen gaat er bij een ontstekingsreactie meer glucose naar de immuuncellen door de spiercellen tijdelijk insulineresistent te maken. Bij stress gebeurt dat op een bepaalde manier ook.
Eerst iets over stress
Stel je voor: je loopt door het bos en er springt een beer uit de struiken. Dan zul je moeten rennen, of vechten of in een boom klimmen. Op zo’n moment wordt er heel snel glucose naar je spieren gestuurd voor snel en veel energie om aan het gevaar te kunnen ontkomen. Andere cellen worden tijdelijk op een laag pitje gezet wat energie betreft: van de spijsvertering bijvoorbeeld of van jouw voortplantingssysteem, beide systemen zijn op dat moment natuurlijk overbodig. Die cellen worden dan tijdelijk insulineresistent. Als het goed is is dit een kort durende stress situatie. Wanneer de beer weg is kan je lichaam weer tot rust komen en de balans herstellen.
Maar werk jij voor een werkgever die je veel stress bezorgt, loopt jouw relatie niet heel lekker of moet je elke maand de eindjes aan elkaar knopen omdat je anders de huur niet kunt betalen geeft dat ook stress. Jouw lichaam maakt dan geen onderscheid tussen een beer of een vervelende situatie en verandert evengoed de energiehuishouding onder invloed van stresshormonen (adrenaline en cortisol). Omdat dit geen kortdurende stress situatie stress die je vaak ervaart of langdurig noemen wij dit chronische stress. En chronische stress heeft een groot effect op je energiehuishouding en draagt bij aan het ontstaan van pathologische insulineresistentie.
Andere factoren die bijdragen aan chronische stress zijn:
- Intensief sporten en trainen; veel topsporters hebben een slechte huid hebben en langzaam genezende blessures, beide tekenen van insulineresistentie
- Jouw slaap; een nachtje slecht slapen kan er al voor zorgen dat je de volgende dag wakker wordt met een grotere mate van insulineresistentie, maar dit herstelt zich ook weer.
Slaap je elke nacht te weinig of te onrustig? Dan is het effect sterker. Een goede nachtrust is daarom ook heel belangrijk voor een gezonde stofwisseling
Pathologische insulineresistentie ligt dus ten grondslag aan het overgrote deel van allerlei gezondheidsproblemen. In beide scenario’s, pathologische en fysiologische insulineresistentie, is er altijd sprake van een mate van ongevoeligheid voor insuline en verhoogde insulinewaardes in het bloed. Ook wel hyperinsulinemie genoemd.
Weet je het nog? Insuline wil aandokken bij een cel maar er zijn geen actieve receptoren beschikbaar. Zowel glucose als insuline staan dan voor de gesloten poort. De waardes in het bloed zijn verhoogd. Glucose wordt dan omgezet in vetten maar dat is niet mogelijk met de overtollige insuline. Wat insuline dan wel kan gaan is fungeren als groeihormoon. Kort gezegd: het kan de groei van bepaalde cellen en weefsels stimuleren.
Waar je dat vaak goed kunt zien is in de huid. Allerlei overmatige groeiprocessen in de huid, hebben direct te maken te maken met hyperinsulinemie. Denk aan acné, pigmentvlekken en donkere verkleuringen en steelwratjes. Maar ook aan andere onnatuurlijk groei zoals een vergrote prostaat, vleesbomen of groei van tumorcellen. In al deze processen speelt insuline een grote rol.
Ongevoeligheid voor insuline en te veel insuline zijn ook grote factoren in het ontstaan van neurologische aandoeningen. Hoe zit dat? De hersenen gebruiken voornamelijk glucose als brandstof. Ze kunnen ook ketonen gebruiken maar glucose is hun belangrijkste energiebron. Of die glucose nu uit voeding komt of uit de lichaamseigen productie van glucose (gluconeogenese) maakt niet uit, een groot deel gaat altijd naar het brein.
Hersenen
Ook hersencellen hebben insulinereceptoren die de opname van glucose mogelijk maken. Je kunt je voorstellen wat de gevolgen zijn als hersencellen insulineresistent worden. Jouw concentratievermogen, cognitie en stemming bijvoorbeeld gaan achteruit. En op de lange duur kan het grote gevolgen hebben. Uit onderzoek blijkt dat insulineresistentie op hersenniveau een grote rol speelt bij ziektebeelden zoals Alzheimer, vasculaire dementie, de ziekte van Parkinson, maar ook bij migraine en neuropathie. Alzheimer wordt onofficieel zelfs al diabetes type 3 genoemd.
Uiteraard is insulineresistentie niet de enige factor bij het ontstaan van deze ziektebeelden maar een combinatie van factoren. De invloed van de glucose- en insulinehuishouding valt echter niet te ontkennen, niet alleen bij het ontstaan van de ziektes maar ook bij de behandeling ervan. Genezen van deze ernstige neurologische aandoeningen kan in veel gevallen niet meer maar verbetering van de symptomen en het ziekteverloop is zeker mogelijk. In het geval van migraine en neuropathie is het zelfs mogelijk om grotendeels of volledig tot genezing te komen.
Insulineresistentie vaststellen
Hoe weet je nu of je insulineresistent bent? Vaak kan je het al aan iemand zien. Is er sprake van vetophoping rond de middel en op de buik? Negen van de tien keer is dat een teken van insulineresistentie. Ook de eerder genoemde huidverschijnselen zijn kenmerkend. Ben jij altijd hongerig tussen maaltijden door? Heb jij een voortdurende hang naar zoet of zetmeel? Heb jij last van concentratieproblemen, slecht geheugen, stemmingswisselingen? Moe en bibberig zo’n twee uur na de maaltijd? Allemaal kenmerken dat jouw metabolisme ontspoord is.
Ga je nog een stapje verder dan kan je ook kiezen voor een bloedtest. Als je naar de huisarts gaat en vraagt of die wil testen of je insulineresistent bent dan kan er meestal alleen maar nuchter glucose geprikt worden. Helaas kan je daar vrij weinig mee: alleen nuchtere glucose laat niet zien hoeveel insuline er nodig is om de bloedsuikerspiegel te laten dalen. Was dat een theelepel? Of was het een hele emmer?
Jouw huisarts zal dan ook niet snel insulineresistentie kunnen vaststellen. Bij een verhoogde nuchtere bloedsuikerspiegel zal de term pre-diabetes genoemd worden. Maar dan ben je al ver voorbij alle rode stoplichten gegaan.
Idealiter wordt er getest op zowel nuchtere glucose als nuchtere insuline. Hiermee kan je een ratio uitrekenen die de HOMA-index genoemd wordt. Dit is al een indicatie hoe het is gesteld met de insulinegevoeligheid. Daarnaast kan het lipidenprofiel geprikt worden: dus cholesterol (LDL-HDL-triglyceriden). Vooral de ratio triglyceriden-HDL is belangrijk. Het beste is die onder de 1. Een hogere ratio is een risicofactor voor atherosclerose. Het zegt echter niets over de insulinerespons van jouw lichaam op een stijging van glucose. Daar heb je een andere test nodig. Daarover lees je zo meer.
Heb je een huisarts die het echt begrijpt dan laat hij of zij ook de CRP-waarde testen, en het liefst nog hs-CRP. Hiermee kunnen laaggradige ontstekingen in kaart gebracht worden.
Is er al een vermoeden van insulineresistentie of pre-diabetes, dan kan ook HbA1c getest worden. Dit geeft een beeld van de versuikering van de hemoglobine in de rode bloedcellen. Als die te hoog is, is dit ook al een stevige indicatie.
Ook van belang is jouw taille-lengte-ratio is. Die geeft aan wat de verhouding is tussen jouw middelomvang en lengte. Wanneer die te hoog is, is ook dat een risicofactor op metabole disfunctie.
Kan de huisarts je niet helpen met het testen van deze waardes of met het juist interpreteren ervan? Neem dan contact op met een keto therapeut, te vinden op de website van Ketogeen Instituut Nederland.
Om een eerste indruk te krijgen van je insulinegevoeligheid kun je de Insulineresistentie Check invullen. Begin met de korte test, en is er reden om verder te gaan, vul dan ook de uitgebreide test in. Je krijgt daarna direct de uitslag en een advies.
De allerbeste test
De allerbeste test om de mate van insulineresistentie in kaart te brengen is een gecombineerde OGTT (Orale Glucose Tolerantie Test) volgens dr. Kraft. Daarbij drink je een drankje met 75 gr glucose. Gedurende 5 uur erna wordt met tussenpozen de glucose én insulinewaarde gemeten. Dit geeft het meest betrouwbare beeld. Deze test heet de Insuline Respons Test.
Helaas wordt deze test nauwelijks uitgevoerd in Nederland en België. Een normale OGTT wordt wel uitgevoerd maar daarbij wordt slechts gedurende drie uur getest en alleen op glucose. Dit geeft onvoldoende informatie om de diagnose goed te kunnen stellen.
Het goede nieuws is dat wij sinds 2023 deze test aanbieden in een 4 uur durende clinic. Lees hier meer over de Insuline Respons Test.
Tot slot
Door het lezen van dit artikel heb jij nu een goede basiskennis omtrent het ontstaan en de rol van insulineresistentie. Het gaat hierbij wel om een algemene basis: er komen iedere dag nieuwe inzichten bij die heel interessant zijn om te onderzoeken. In volgende artikelen zal ik dan ook dieper ingaan op de invloed van insulineresistentie op vrouwelijke hormonen en op het verouderingsproces.
Het slechte nieuws is dat het overgrote deel van de bevolking in meer of mindere mate te maken heeft met insulineresistentie. Het goede nieuws is dat dat heel veel mensen er ook weer vanaf te helpen zijn. Een ketogene leefstijl waarbij de koolhydraten beperkt worden, gezonde voeding gegeten wordt en waarbij aandacht is voor een goed slaappatroon, ontspanning en beweging zal bij heel veel mensen allerlei klachten weg kunnen nemen. Ook in mijn eigen praktijk heb ik meerdere mensen van allerlei kwalen en vervelende aandoeningen af kunnen helpen alleen al door hun voeding en leefstijl aan te passen.
Het vraagt in het begin wat oefening en op een andere manier naar voeding kijken maar het is prima te doen.
Ben je benieuwd hoe jij dat zelf kan aanpakken? Kijk dan eens naar het Keto Leefstijl Programma op de website. Wil je daar liever niet alleen aan beginnen dan kan je altijd de hulp inschakelen van een ketoprofessional bij jou in de buurt.
Ben je zelf een gezondheidsprofessional? En wil je ook jouw klanten hiermee gaan begeleiden? Wil je ze kunnen helpen om een ketogene leefstijl aan te leren? Of wil je een ketogeen dieet kunnen toepassen als therapie? Kijk dan eens bij de geaccrediteerde opleidingen.
Ketogeen Instituut Nederland heeft inmiddels ruim 100 professionals opgeleid in Nederland en België. Een fantastisch aantal in slechts ruim een jaar! En natuurlijk stoppen we hier niet: we gaan door voor nog meer ketoprofessionals die nog meer mensen kunnen helpen naar een gezonder, energieker en slanker leven. Dat is mijn missie!
Wil je meer weten? Heb je vragen? Stuur me een berichtje en je hoort snel van me.